Een druppel op een hete plaat, smaakt!

2025/09/03

Met de start van het schooljaar laait ook de discussie over voedzame maaltijden op school terug op. Wie moet dat betalen? Is het wel nodig? Hoe groot is het probleem eigenlijk? En vooral: is dat wel de taak van het onderwijs?

Alle nieuwsberichten

Maandag trokken duizenden leerlingen terug naar school. Klaar voor een nieuw schooljaar. Klaar om te leren, spelen, groeien en ontwikkelen. En onze leerkrachten? Die rechtten de schouders om de taak op te nemen die hen elk jaar weer wordt toevertrouwd: jongeren klaarstomen voor de toekomst. Niet alleen in de klas, maar ook op de speelplaats, in de pauze en vaak nog ver na de bel. 

Met die start van het schooljaar laait ook de discussie over voedzame maaltijden op school terug op. Wie moet dat betalen? Is het wel nodig? Hoe groot is het probleem eigenlijk? En vooral: Is dat wel de taak van het onderwijs?  Allemaal vragen die vooral naast de kwestie zijn. Want wie écht luistert naar scholen, hoort geen abstract debat, maar een harde realiteit: kinderen zitten met een lege maag in de klas. 

Tweehonderd scholen in Vlaanderen en Brussel doen daarom mee met  Brooddoosnodig. Niet omdat ze moeten, maar omdat ze elke dag opnieuw vaststellen dat leren en spelen onmogelijk is met een knorrende maag. In die tweehonderd scholen dragen directies, leerkrachten, vrijwilligers én burgers samen het project dat aan één iets bijdraagt: geen honger op de schoolbanken. Door een brooddoos te trakteren of het project structureel te ondersteunen dragen burgers en bedrijven financieel bij. Het resultaat is tastbaar: betere concentratie, meer speelvreugde, minder uitsluiting. Wie erbij betrokken is, voelt dankbaarheid en ziet impact. Een kleine inspanning dus, maar wel eentje die toont dat kleine acties ook echt een verschil kunnen maken. 

De Vlaamse Overheid lanceerde dit jaar een projectoproep rond gezonde voeding op school. Dat is op zich een mooie stap: eindelijk wordt erkend dat toegang tot een voedzame maaltijd cruciaal is om te kunnen leren. Een belangrijke druppel dus. Tegelijk brengt de manier waarop de oproep is uitgewerkt nieuwe uitdagingen met zich mee. Door de verplichte cofinanciering worden lokale besturen voor moeilijke keuzes geplaatst. In heel wat steden en gemeenten betekent dat dat er enkel middelen gaan naar of de kleuters of de lagereschoolkinderen, of dat er gekozen moet worden voor een beperkt aantal scholen binnen de stad. Het gevolg is dat niet elke leerling (die het nodig heeft) ook effectief bereikt wordt. Zo ontstaan er verschillen tussen scholen: sommigen kunnen binnenkort inzetten op soep, ontbijt of tussendoortjes, terwijl andere scholen geen extra middelen ontvangen en er noodgedwongen voor kiezen om hun eigen middelen op andere prioriteiten in te zetten. Logisch en begrijpbaar. Echter op die manier creëert Vlaanderen op termijn mogelijks meer ongelijkheid.  

Precies daar speelt Brooddoosnodig een aanvullende rol. Waar het beleid onvermijdelijk grenzen trekt, springen burgers, bedrijven en vrijwilligers bij. Zij maken het mogelijk om de gaten te dichten en ook die leerlingen te bereiken die anders uit de boot vallen. Niet omdat ze moeten, maar omdat ze elke dag opnieuw vaststellen dat leren en spelen onmogelijk is met een knorrende maag. Als Vlaanderen en lokale initiatieven elkaar sterker aanvullen en middelen slimmer inzetten, kunnen we ervoor zorgen dat geen enkele leerling nog in de kou blijft staan. 

Een druppel op een hete plaat?  

En toch krijgen we bij Brooddoosnodig vaak te horen dat we een druppel op een hete plaat zijn. Hangt af van hoe je naar de wereld kijkt. Wij geloven dat je niet altijd de volledige oplossing moet aanbieden, om een gigantisch verschil te maken.  
Vlaanderen beslist dat middelen enkel naar het basisonderwijs gaan? Prima, dan springen we met Brooddoosnodig bij en zorgen we dat steden en gemeenten ook een aanbod kunnen voorzien voor hun secundaire scholen. Politici zeggen dat de planlast te groot is? Wij zien ondertussen tweehonderd scholen die er samen met burgers en vrijwilligers in slagen om er wél iets van te maken. Het beleid stelt zich de vraag of voeding een taak van het onderwijs is? Tuurlijk dat. Onderwijs is méér dan kennis en vaardigheden doorgeven; leerkrachten zetten ook in op gedrag en attitudes, sociaal welbevinden en levenshouding. Leren wat een voedzame maaltijd is en wat de effecten daarvan zijn, hoort daar gewoon bij en kan heel makkelijk een plaats in de klas krijgen.  

Dus ja, een druppel op een hete plaat, smaakt! Omdat die ene druppel net het verschil kan maken tussen leren of afhaken, tussen meedoen of achterblijven. En zolang niet iedereen dat beseft, blijft het onze taak – als leerkrachten, burgers, bedrijven en beleidsmakers – om in elke druppel een stap vooruit te zien.  

Broodnodig

In elke klas zit er wel een leerling die moet leren op een lege maag. En dat hoeft écht niet zo te zijn. Met Brooddoosnodig vullen we die lege brooddozen samen: burgers trakteren een brooddoos, vrijwilligers maken verse soep of schillen fruit, bedrijven sponsoren. Iedereen kan iets doen. 

Maandag, 1 september, gaven we opnieuw het startschot: alle steden van vorig jaar stappen terug in, en ook Sint-Niklaas, Wemmel, Zelzate, Lennik en Velzeke zijn dit jaar van de partij. Goed voor tweehonderdvijfenvijftig scholen verspreid over Vlaanderen.

Tweehonderdvijfenvijftig scholen die aangeven: wij nemen het heft in eigen handen. Via ons platform zamelen ze middelen in om hun leerlingen niet enkel cognitief, maar ook op vlak van welzijn en gezondheid te ondersteunen. 

Wil jij ook mee zorgen dat geen enkel kind nog honger heeft op school? Sluit je aan, steun of doneer via Brooddoosnodigen geef kinderen niet alleen een volle maag, maar ook volwaardige leerkansen. Want laat ons duidelijk zijn: een voedzame maaltijd is geen luxe. Het is een recht. Ook op de schoolbanken. 

Trakteer hier

Enchanté vzw

Nieuwewandeling 62
9000 Gent
 
Hartelijke Plekken:
BE56 8939 4407 4288
Brooddoosnodig:
BE66 8939 4412 7943